De Scheids : Vriendschappelijk
14-2-2017 Tussen de zaal en het veld zitten een paar weken komkommertijd die veel teams opvullen met oefenwedstrijden. Vroeger noemden we dit soort wedstrijden vriendschappelijk.Daarmee drukten we uit dat het niet om de punten ging, maar dat we onszelf wilden verbeteren of nieuwe opstellingen of afspraken wilden uitproberen. Voor mij als arbiter betekent een oefenduel dat ik meer uitga van de eigen verantwoordelijkheid van de spelers: het is jullie oefenduel en ik kom het begeleiden.Recent mocht ik twee oefenwedstrijden fluiten. Een bij mijn eigen club in de meisjes B- categorie en één in de hoofdklasse mannen. Voor die laatste wedstrijd hadden ze geen goede scheids kunnen vinden dus kwamen ze bij mij uit. Los van het verschil in spelniveau had het verschil in beleving en respect niet groter kunnen zijn.
Beide meidenteams werden gecoacht door jonge mannen. De ene coach -gelukkig die van mijn eigen club- heeft de hele wedstrijd prima staan coachen. Ik heb niet één opmerking over de arbitrage gehoord. Zijn speelsters mochten zich van hem ook niet bemoeien met de arbitrage en, op een enkele opmerking na, gebeurde dat ook niet. Precies ditzelfde gold voor de andere coach. Tijdens de eerste helft dan. In de rust kwam hij ons zelfs complimenteren.
In de tweede helft veranderde alles. Na een kwartier gaf ik een strafcorner wegens te weinig afstand houden in het 23 meter gebied. Daaruit volgde een nieuwe strafcorner (gevaarlijk spel) en nog een nieuwe strafcorner (shoot). Die derde strafcorner ging er uiteindelijk in. De coach ging bij elke corner méér uit zijn dak. Grote armbewegingen en veel herrie. Mijn collega-scheids probeerde hem te managen, maar dat lukte niet. Het effect op het team was dat de meiden zich met de arbitrage gingen bemoeien. Na de zoveelste waarschuwing toon ik aan een speelster een groene kaart wegens te veel praten. Coach nog bozer. Dus probeerde ik te praten met de coach, maar die was niet tot bedaren te brengen. De rest van de wedstrijd was hij over alle beslissingen negatief, met alle effecten van dien op zijn speelsters. Toen een van de keepers twee minuten voor tijd geblesseerd raakte beëindigde ik de wedstrijd. Eerlijk gezegd vond ik het welletjes. Coach weer woedend. Schreeuwend over het hele veld. Veel te vroeg afgefloten! Een vader van de tegenpartij ging daarna op het terras ook nog eens in de aanval: ‘Helemaal naar Heemstede voor een halve wedstrijd!’ Oefenduel.
Hoe anders bij de mannen van de hoofdklasse. Ze zijn dankbaar dat je er bent. Coaches nauwelijks gehoord. Arbitrale foutjes werden natuurlijk gemaakt. (Kunstlicht en regen is geen goede combi als het spel snel gaat.) Spelers mekkerden wel eens maar waren dat na 10 seconden al weer kwijt. ‘Sorry jongens, niet gezien, dus door-hockeyen!’ Stevige maar faire duels, dus dan blijven de kaarten in een oefenwedstrijd in de zak. Na de wedstrijd met zijn allen een broodje en soep. Vriendschappelijk.
Hoe kan dit nou? Waarin zit het verschil? Mijn theorie: bij de meiden floot ik als clubscheidsrechter. Bij de mannen als bonds. Als clubscheidsrechter is sowieso elke wedstrijd lastiger, omdat je als partijdig wordt gezien. Of is er een andere oorzaak? Heeft de jonge coach nog te weinig ervaring en krijgt hij onvoldoende weerwoord vanuit zijn team en de andere begeleiders? Bij de ervaren mannen was het correctiemechanisme vanuit het team waarschijnlijk een stuk sterker.
Wat denk jij? En maak jij -als scheids- verschil tussen oefen- en competitiewedstrijden?
Reacties
Er zijn nog geen reacties, plaats uw reactie hieronder